aankleuter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aankleuter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·kleu·ter
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aankleuteren |
aankleuter
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankleuteren
- ... dat ik aankleuter.
Gangbaarheid
- Het woord aankleuter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.