aankoersten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aankoersten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaŋkurstə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·koers·ten

Werkwoord

vervoeging van
aankoersen

aankoersten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aankoersen
    • ...dat wij aankoersten. 
    • ...dat jullie aankoersten. 
    • ...dat zij aankoersten. 

Gangbaarheid

  • Het woord aankoersten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.