aankoppel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aankoppel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaŋkɔpəl/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·kop·pel

Werkwoord

vervoeging van
aankoppelen

aankoppel

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankoppelen
    • ... dat ik aankoppel. 

Gangbaarheid

  • Het woord aankoppel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.