aankrijg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aankrijg (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋkrɛix / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·krijg
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aankrijgen |
aankrijg
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankrijgen
- ... dat ik aankrijg.
Gangbaarheid
- Het woord aankrijg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.