aanlengt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanlengt    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanlɛŋt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·lengt

Werkwoord

vervoeging van
aanlengen

aanlengt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlengen
    • ... dat jij aanlengt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlengen
    • ... dat hij aanlengt. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanlengt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.