aanlicht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanlicht    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanlɪxt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·licht

Werkwoord

vervoeging van
aanlichten

aanlicht

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlichten
    • ... dat ik aanlicht. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlichten
    • ... dat jij aanlicht. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlichten
    • ... dat hij aanlicht. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanlicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.