aanliepen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanliepen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanlipə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·lie·pen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanlopen |
aanliepen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanlopen
- ...dat wij aanliepen.
- ...dat jullie aanliepen.
- ...dat zij aanliepen.
- ...dat wij aanliepen.
Gangbaarheid
- Het woord aanliepen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.