aanloopperiodetje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanloopperiodetje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanloperiˌjodəcə/ (7 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·loop·pe·ri·o·de·tje

Zelfstandig naamwoord

hetaanloopperiodetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanloopperiode
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.