aanlooppuntje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanlooppuntje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanlopˌpʏncə/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·loop·punt·je

Zelfstandig naamwoord

hetaanlooppuntjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanlooppunt
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.