aanpees

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanpees    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈampes / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·pees

Werkwoord

vervoeging van
aanpezen

aanpees

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanpezen
    • ... dat ik aanpees. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanpees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.