aanpeesden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanpeesden    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈampezdə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·pees·den

Werkwoord

vervoeging van
aanpezen

aanpeesden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanpezen
    • ...dat wij aanpeesden. 
    • ...dat jullie aanpeesden. 
    • ...dat zij aanpeesden. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanpeesden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.