aanregen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanregen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanreɣə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·re·gen

Werkwoord

vervoeging van
aanrijgen

aanregen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanrijgen
    • ...dat wij aanregen. 
    • ...dat jullie aanregen. 
    • ...dat zij aanregen. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanregen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.