aanrekenden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanrekenden    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanrekəndə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·re·ken·den

Werkwoord

vervoeging van
aanrekenen

aanrekenden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanrekenen
    • ...dat wij aanrekenden. 
    • ...dat jullie aanrekenden. 
    • ...dat zij aanrekenden. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanrekenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.