aanrekent
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanrekent (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanrekənt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·re·kent
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanrekenen |
aanrekent
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrekenen
- ... dat jij aanrekent.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrekenen
- ... dat hij aanrekent.
Gangbaarheid
- Het woord aanrekent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.