aanrook
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanrook (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·rook
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanroken |
aanrook
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanroken
- ... dat ik aanrook.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanrook' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.