aanschakelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanschakelt    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈansxakəlt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·scha·kelt

Werkwoord

vervoeging van
aanschakelen

aanschakelt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschakelen
    • ... dat jij aanschakelt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschakelen
    • ... dat hij aanschakelt. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanschakelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.