aanschikt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanschikt    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈansxɪkt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·schikt

Werkwoord

vervoeging van
aanschikken

aanschikt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschikken
    • ... dat jij aanschikt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschikken
    • ... dat hij aanschikt. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanschikt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.