aansla

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aansla    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈansla/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·sla

Werkwoord

vervoeging van
aanslaan

aansla

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanslaan
    • ... dat ik aansla. 
  2. (in een bijzin) aanvoegende wijs van aanslaan
    • ... dat men aansla. 

Gangbaarheid

  • Het woord aansla staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.