aanslopen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanslopen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanslopə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·slo·pen

Werkwoord

vervoeging van
aansluipen

aanslopen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aansluipen
    • ...dat wij aanslopen. 
    • ...dat jullie aanslopen. 
    • ...dat zij aanslopen. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanslopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.