aanspeet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanspeet    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanspeet/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·speet

Werkwoord

vervoeging van
aanspeten

aanspeet

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanspeten
    • ... dat ik aanspeet. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanspeten
    • ... dat jij aanspeet. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanspeten
    • ... dat hij aanspeet. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'aanspeet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.