aanvink
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanvink (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱvɪŋk / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·vink
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanvinken |
aanvink
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvinken
- ... dat ik aanvink.
Gangbaarheid
- Het woord aanvink staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.