aanvoel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanvoel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaɱvul/ (2 lettergrepen)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈanvuɫ/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈanvul/
Woordafbreking
  • aan·voel

Werkwoord

vervoeging van
aanvoelen

aanvoel

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvoelen
    • ... dat ik aanvoel. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanvoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.