aanzag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanzag (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·zag
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanzien |
aanzag
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanzien
- ... dat ik aanzag.
- ... dat jij aanzag.
- ... dat hij, zij, het aanzag.
- ... dat ik aanzag.
Gangbaarheid
- Het woord aanzag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.