abattre

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  abattre    (hulp, bestand)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
abattre
abattais
abattu
derde groep volledig

Werkwoord

abattre

  1. onovergankelijk (scheepvaart): afvallen
  2. overgankelijk: afbreken, omverwerpen, platgooien, (bouwwerk)
  3. overgankelijk: doden, ombrengen (dier)
  4. overgankelijk: neerhalen (vliegtuig)
  5. overgankelijk: neerhalen, vellen (boom)
  6. overgankelijk: neerschieten (persoon)
  7. overgankelijk: neerslaan, verslaan (tegenstander)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.