abborers

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈɑbɔɾəʃ /
Woordafbreking
  • ab·bo·rers
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

abborers

  1. genitief onbepaald mannelijk meervoud van abbor
Anagrammen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.