abdicar

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /aβ.ðiˈkaɾ/
Woordafbreking
  • ab·di·car
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
abdicar
abdicaba
abdicado
volledig

Werkwoord

abdicar

Woordafbreking
  • ab·di·car
  1. onovergankelijk abdiceren ten gunste van, afstand doen ten gunste van
  2. overgankelijk afstand doen van
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.