abführend

Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˈapfyːʀn̩t/, /ˈapfyːɐ̯n̩t/, (duidelijk uitgesproken) /ˈapfyːʀənt/
Woordafbreking
  • ab·füh·rend

Werkwoord

abführend

  1. onvoltooid deelwoord van abführen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.