abuchear

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
abuchear
abucheaba
abucheado
volledig

Werkwoord

abuchear

Woordafbreking
  • a·bu·che·ar
  • overgankelijk
  1. uitjouwen, uitjoelen, uitfluiten
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.