accélérer

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  accélérer    (hulp, bestand)
  • IPA: /akseleʁe/
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
accélérer
/akseleʁe/
accélérais
/akseleʁɛ/
accéléré
/akseleʁe/
eerste groep volledig

Werkwoord

accélérer

  1. versnellen, accelereren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.