accelereer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  accelereer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ac·ce·le·reer

Werkwoord

vervoeging van
accelereren

accelereer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van accelereren
    • Ik accelereer. 
  2. gebiedende wijs van accelereren
    • Accelereer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van accelereren
    • Accelereer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord accelereer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.