accuseerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  accuseerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ac·cu·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
accuseren

accuseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van accuseren
    • Ik accuseerde. 
    • Jij accuseerde. 
    • Hij, zij, het accuseerde. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.