achterhaalde

Uitspraak

• Geluid:  achterhaalde    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ach·ter·haal·de

Werkwoord

achterhaalde

1. enkelvoud verleden tijd van achterhalen
   

   • Ik achterhaalde. 
     
   • Jij achterhaalde. 
     
   • Hij, zij, het achterhaalde. 

2. verbogen vorm van achterhaald, voltooid deelwoord van achterhalen

Bijvoeglijk naamwoord

achterhaalde

1. verbogen vorm van de stellende trap van achterhaald

Gangbaarheid

• Het woord achterhaalde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.