achternareed

Uitspraak

• Geluid:  achternareed    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ach·ter·na·reed

Werkwoord

achternareed

1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van achternarijden
   

   • ... dat ik achternareed. 
     
   • ... dat jij achternareed. 
     
   • ... dat hij, zij, het achternareed. 

Gangbaarheid

• Het woord achternareed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.