achteropliep

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  achteropliep    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ach·ter·op·liep

Werkwoord

vervoeging van
achteroplopen

achteropliep

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van achteroplopen
    • ... dat ik achteropliep. 
    • ... dat jij achteropliep. 
    • ... dat hij, zij, het achteropliep. 

Gangbaarheid

  • Het woord achteropliep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.