acquitteerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: acquitteerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ac·quit·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
acquitteren |
acquitteerde
- enkelvoud verleden tijd van acquitteren
- Ik acquitteerde.
- Jij acquitteerde.
- Hij, zij, het acquitteerde.
- Ik acquitteerde.
Gangbaarheid
- Het woord acquitteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.