addeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  addeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ad·deer

Werkwoord

vervoeging van
adderen

addeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van adderen
    • Ik addeer. 
  2. gebiedende wijs van adderen
    • Addeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van adderen
    • Addeer je? 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.