aderezar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aderezar
aderezaba
aderezado
volledig

Werkwoord

aderezar

Woordafbreking
  • a·de·re·zar
  • overgankelijk
  1. aanmaken (v. salade), klaarmaken
  2. optooien, versieren
Synoniemen
  • [1] guisar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.