admitteer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  admitteer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ad·mit·teer

Werkwoord

vervoeging van
admitteren

admitteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van admitteren
    • Ik admitteer. 
  2. gebiedende wijs van admitteren
    • Admitteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van admitteren
    • Admitteer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord admitteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.