adresseerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  adresseerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • adres·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
adresseren

adresseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van adresseren
    • Ik adresseerde. 
    • Jij adresseerde. 
    • Hij, zij, het adresseerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord adresseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.