adujo

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
aducir

adujo

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito indefinido) van aducir
vervoeging van
adujar

adujo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van adujar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.