afbarst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afbarst    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·barst

Werkwoord

vervoeging van
afbarsten

afbarst

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbarsten
    • ... dat ik afbarst. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbarsten
    • ... dat jij afbarst. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbarsten
    • ... dat hij afbarst. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.