afblaast

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afblaast    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·blaast

Werkwoord

vervoeging van
afblazen

afblaast

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afblazen
    • ... dat jij afblaast. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afblazen
    • ... dat hij afblaast. 

Gangbaarheid

  • Het woord afblaast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.