afbrandde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afbrandde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·brand·de

Werkwoord

vervoeging van
afbranden

afbrandde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afbranden
    • ... dat ik afbrandde. 
    • ... dat jij afbrandde. 
    • ... dat hij, zij, het afbrandde. 

Gangbaarheid

  • Het woord afbrandde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.