afbrekan
Oudsaksisch
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het werkwoord brekan met het voorvoegsel af-
Werkwoord
afbrekan
Overerving en ontlening
- Middelnederduits: afbreken
- Nedersaksisch: afbreken, afbrekken, afbriƤken, affbrecken, awbrecken, ofbrekken
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.