afbrekertje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afbrekertje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·bre·ker·tje

Zelfstandig naamwoord

hetafbrekertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord afbreker
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.