afdekten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afdekten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·dek·ten

Werkwoord

vervoeging van
afdekken

afdekten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afdekken
    • ...dat wij afdekten. 
    • ...dat jullie afdekten. 
    • ...dat zij afdekten. 

Gangbaarheid

  • Het woord afdekten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.