affronteerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: affronteerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·fron·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
affronteren |
affronteerden
- meervoud verleden tijd van affronteren
- Wij affronteerden.
- Jullie affronteerden.
- Zij affronteerden.
- Wij affronteerden.
Gangbaarheid
- Het woord affronteerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.