afga

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afga    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·ga

Werkwoord

vervoeging van
afgaan

afga

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgaan
    • ... dat ik afga. 
  2. (in een bijzin) aanvoegende wijs van afgaan
    • ... dat men afga. 

Gangbaarheid

  • Het woord afga staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.