afgiet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afgiet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·giet

Werkwoord

vervoeging van
afgieten

afgiet

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgieten
    • ... dat ik afgiet. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgieten
    • ... dat jij afgiet. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgieten
    • ... dat hij afgiet. 

Gangbaarheid

  • Het woord afgiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.