afgrensde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afgrensde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·grens·de

Werkwoord

vervoeging van
afgrenzen

afgrensde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afgrenzen
    • ... dat ik afgrensde. 
    • ... dat jij afgrensde. 
    • ... dat hij, zij, het afgrensde. 

Gangbaarheid

  • Het woord afgrensde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.